Sobriedad! Uit de mond van José Mujica, voormalig president van Uruguay, klinkt het strijdvaardig. Het woord soberheid heeft in ons dagelijks taalgebruik echter vaak een wat dorre bijklank. Maar eigenlijk is het een heel kernachtig woord. Het heeft iets van niet afhankelijk, nuchter maar wel met respect waardering en verwondering over het leven. Genoegen nemen met weinig en daarvan genieten, essentiële dingen als warmte, voedsel, water.
Neem water, één van de belangrijkste dingen in ons leven. Voor ons is het de gewoonste zaak van de wereld dat we de kraan open draaien en dat daar drinkbaar water uitkomt. In wezen is dit helemaal niet gewoon. Het is gewoon om water direct van een bron te drinken, zonder dat het bewerkt en gezuiverd is. Eén van de meest bijzondere aspecten van het te voet rondtrekken is voor mij het direct drinken van de bron. Het geeft altijd een goed gevoel, alsof je plots weer een beetje deelneemt aan de circle of life. Het vinden van eetbare planten of fruit onderweg geeft zo’n zelfde sensatie. Het mooiste blijft altijd dat je in de natuur de bosbessen, de vijgen en sinaasappels zo van de boom/struik plukt, of beter, vaak liggen die laatsten zelfs te verrotten op de grond omdat niemand er iets mee doet. En dat terwijl er in de supermarkt exorbitante bedragen voor worden gevraagd.
Een dergelijk gevoel van herwaardering krijg ik door de verandering van het besef van tijd als je te voet rondtrekt. Jezelf op eigen kracht transporteren is wezenlijk anders dan in een auto, trein of vliegtuig. In de bergen kost 10 kilometer soms een hele dag hard stompen. Van het ene naar het volgende dorp kost soms een volledige week. En dat terwijl je met de auto via de weg binnen 10 minuten in het volgende dorp zou kunnen staan. Het kost meer tijd en moeite te voet maar het levert wel meer bevrediging op en voelt minder alsof je in een tijdmachine stapt. Hoe sneller het vervoer hoe meer ik dat laatste ervaar.
Te voet rondtrekken en in ‘het wild’ slapen betekent voor mij opnieuw wakker worden, opnieuw verwonderd raken, opnieuw waardering krijgen. Ontzag krijgen voor eenvoud, eigenlijk dus de ware rijkdom zien. En eigenlijk sta ik daarbij nog maar met één been in het ware leven, ook ik ben nog afhankelijk van winkels voor het verkrijgen van (het grootste deel van mijn) voeding, en van mijn door industrie geproduceerde rugtas, schoenen en GPS.
Een bijzondere tegenstrijd in ons mensenleven: de behoefte de natuur te imiteren, manipuleren en uitbuiten. We nemen iets uit de natuur om bij ons in huis te plaatsen (mergel waarvoor een berg moet worden afgegraven), of we proberen iets na te bootsen met chemie (de geur van een bloem in parfum). Tegelijk trekken we diezelfde natuur in en genieten van haar wilde schoonheid. We houden van de natuur maar willen haar wel controleren en buiten de deur houden. Ze mag alleen binnen als ze geconditioneerd is naar onze voorwaarden.
Voor mij kenschetst dit het innerlijk conflict van een menselijk dier zijn: diep in ons zit de vrijheidsdrang, het rondtrekken, het zoeken en vinden van je primaire levensbehoeften in je omgeving, zonder dat je die zelf hoeft te cultiveren en daar hard voor hoeft te werken. Helaas in een wereld die verdeeld is in privé eigendommen is het nomadisch foerageren geen optie meer dus rest ons onze landen te cultiveren en de natuur na te bootsen. Met als gevolg een hele hoop hard werk dat ons geketend houdt en onze waardevolle tijd verkort. We hebben onszelf gevangene gemaakt van ons bezit, of beter nog van onze drang te willen bezitten.
Hetzelfde geldt voor tijdsbesef. Sinds we ons sneller kunnen transporteren lijken we niet meer maar juist minder tijd over te houden. Want snel transport kost geld, en geld is niet meer dan ingeleverde tijd.
Veel (materiële) aspecten waar wij in ons moderne leven waarde aan hechten of die status impliceren, goud, diamanten, dure auto’s, of een keuken van 20.000 euro, zijn in wezen niks waard. Ze devalueren met de dag, maar hebben wel iets gekost: onze kostbare tijd en grondstoffen van de aarde. Neem geld, geld is gelijk aan tijd. Ook Mujica: ‘als je iets koopt, koop je dat niet met geld, we betalen met de tijd van ons leven die we moesten verspillen om dat geld te verdienen.’ Wat echt waarde heeft is onze aarde, het water en de voeding die zij geeft. Warmte. Onderdak. De essentie van het leven. Laten we al onze aanhankelijkheid aan luxe eens terug leiden naar die essenties. Goud, kun je dat eten? Houdt dat je warm? Diamanten dan? Een dure keuken doet die het beter dan een eenvoudige, of zelf een kachel of een eenpitsbrandertje? Een dure auto, waarom precies geeft die je nu status? Wat betekent die status eigenlijk en waarom streven we dat allemaal na? De Correspondent publiceerde onlangs dit artikel over de relatie tussen het bestaan van buitensporige rijkaards, hun koopgedrag en klimaatverandering. Het artikel bepleit dat de tijd is gekomen dat we niet meer opkijken tegen deze rijken die met hun koopgedrag de hele wereld bestieren. Het probleem is niet zozeer hun koopgedrag, alswel de status die de rest van de wereld die naar hen opkijkt hen toekent. De gewone man wil wat de rijke heeft en probeert het koopgedrag te imiteren maar moet daar in tegenstelling tot de rijke voor kromliggen. Het lijkt een soort vicieuze cirkel waar mensen zichzelf mee ketenen: meer verdienen, groter uitgavepatroon, meer werken.
Laten we ons consumptiepatroon eens goed onder de loep nemen en ons tegelijk afvragen wat voor ons meer van belang is: tijd of geld? Ik wens iedereen een paar maanden dakloos zijn toe, om te leren wat je nu daadwerkelijk nodig hebt en vooral wat je niet nodig hebt.